Weer & Radar
Startpagina / Aanbevolen /

Weerweetje: Alles over lagedrukgebieden

16:02
1 augustus 2024

Uitgelegd
Alles over lagedrukgebieden

Luchtmassa's dalen sterk in een hogedrukgebied. De lucht warmt op waardoor er geen condensatie en dus ook geen wolkvorming kan plaatsvinden. Bij een lagedrukgebied stijgt de lucht op en ontstaan ​​er wolken.

Meteorologen verwijzen bij een lagedrukgebied naar een gebied op de grond met een lagere luchtdruk ten opzichte van de omgeving.

Wat is een lagedrukgebied?

Weersvoorspellingen kondigen regenachtig en winderig weer meestal op deze manier aan: "Een lagedrukgebied ten zuiden van IJsland veroorzaakt bij ons zo nu en dan regen" of "Het wordt onstuimig met veel wind door een storing over de Noordzee". Meteorologen spreken van een lagedrukgebied wanneer een grote luchtmassa op de grond wordt gekenmerkt door een lagere luchtdruk in vergelijking met de omgeving. In het midden van dit gebied heerst de laagste luchtdruk.

Een voorbeeld: een laag boven de Britse Eilanden heeft momenteel een drukwaarde van 1010 hectopascal (hPa), terwijl een hoog boven Oost-Europa een druk heeft van 1030 hectopascal.

Hoe ontstaat een lagedrukgebied?

Aanbevolen externe inhoud van YouTube

We hebben uw toestemming nodig om inhoud van YouTube te kunnen tonen. U kunt uw toestemming te allen tijde intrekken.

Ik ben het ermee eens dat de inhoud van YouTube zal aan mij worden getoond.

Instellingen voor externe inhoud

Privacy Policy

Lucht is constant in beweging. Dit komt door de temperatuur en de daaruit voortvloeiende drukverschillen in de atmosfeer. Wanneer de lucht in verschillende delen van de wereld in een groter gebied anders wordt verwarmd, ontstaan ​​er regio's met een lage- of hoge luchtdruk: de lage- of hogedrukgebieden.

De afname van luchtdruk in de kern is bepalend voor het ontstaan ​​van een laag. Er moet meer lucht uit de luchtkolom in de bovenste troposfeer stromen dan er in de luchtlagen aan de grond instroomt.

Er zijn verschillende processen waardoor lagedrukgebieden worden gevormd. Op onze breedtegraden overheersen zogenaamde dynamische lagedrukgebieden:

Dynamische lagedrukgebieden in de gematigde breedtegraden

De temperatuurverschillen tussen koude poollucht en tropische warme lucht zijn niet overal hetzelfde. Deze soms grote temperatuurverschillen in de hogere luchtlagen zorgen op hun beurt voor turbulentie. Dienovereenkomstig is de straalstroom soms sterker of soms zwakker. Dat betekent ook tegelijkertijd dat deze jet soms iets sneller of langzamer is en soms wat lager of iets hoger gepositioneerd is. Je kunt het vergelijken met een auto die de berg op en af ​​gaat.

Bij grote temperatuur- en drukverschillen begint de straalstroom vervolgens te meanderen, vergelijkbaar met een rivier.

Als de luchtdeeltjes in een zogenaamde “bocht” komen, d.w.z. in het “dal” van een hoogtetrog, moeten ze afremmen of worden ze vertraagd, waardoor de lucht zich ophoopt. Omdat de luchtdeeltjes niet meer naar boven kunnen ontsnappen, moeten ze op het noordelijk halfrond met de klok mee naar het aardoppervlak spriraliseren. Deze gedwongen richting is het gevolg van het Coriolis-effect.

De luchtmassa's en de luchtkolom onder de straalstroom worden dan als het ware samengedrukt. Eenmaal op de bodem verzamelen de deeltjes zich en wordt de lucht zwaarder en dus compacter. Daardoor neemt de luchtdruk toe.

Aan het uiteinde van deze langgerekte golf, dus na de trog, komen er vervolgens minder luchtdeeltjes aan. Naar de top van de golf of de wig, neemt de kromming van de stroomlijnen snel af. Hierdoor transporteert de verticale stroming minder van de binnenkomende luchtdeeltjes weg. Een deel stroomt naar het noordwesten, een ander naar het zuidwesten.

Omdat het verlies aan massa in hoogte moet worden gecompenseerd, wordt de luchtkolom onder de stroming uitgerekt en worden de luchtdeeltjes van onderen tegen de klok in aangezogen (zuigeffect). Zie het als trekken aan een luchtpomp. Dit staat bekend als de divergentie van luchtmassa's. Ze stromen weg van een punt en de luchtdruk daalt. Dit maakt het lagedrukgebied aan de grond nog krachtiger.

Samengevat: als du lucht van de wig richting de trog stroomt, ontstaat er een pompeffect. Tegelijkertijd worden de luchtdeeltjes afgeremd. De luchtkolom wordt gecomprimeerd en de luchtdruk stijgt nabij de grond. Er worden zuigeffecten geïnduceerd van de trog naar de top van de wig en uiteindelijk versnellen de luchtdeeltjes. De luchtkolom wordt verder uitgerekt en aan de bodem daalt de luchtdruk.

Andere soorten lagedrukgebieden:

  • Thermisch lagedrukgebied: deze treedt op wanneer lucht dichtbij de grond sterk wordt verwarmd. Daarna stijgt deze warme lucht op (thermiek). De luchtdruk daalt vervolgens in de buurt van de grond. Lucht stroomt vanaf de zijkant naar binnen omdat daar geen lucht meer aanwezig is, om zo te zeggen. De lucht die is gestegen verzamelt zich en de luchtdruk neemt hier toe. Er vormen zich thermische laagjes boven het vasteland, bijvoorbeeld boven Noord-India of over de Sahara, zelden ook in Noordwest-Europa.
  • Hoogtelaag: deze vormt zich wanneer de koude lucht uit de bovenste luchtlagen naar beneden zakt vanwege de grotere dichtheid. Doordat er meer lucht naar beneden stroomt, stijgt de luchtdruk op de grond iets. Meestal ontstaat zo’n hoogtelaag op een hoogte van 5 tot 7 kilometer, dus op het 500hPa-draagvlak. De temperaturen in de kern zijn lager dan in de omgeving. Dit zijn koude putten of zogenaamde cut-offs. Dergelijke lagedrukgebieden zijn nauwelijks waarneembaar op de synoptische weerkaart.

Wolkenvorming bij lagedrukgebieden

Warme lucht zet uit, is lichter en stijgt dus op. Tegelijkertijd koelt het steeds meer af totdat de waterdamp condenseert en er wolken ontstaan. Meestal valt er daarbij regen. In de bovenste lagen stroomt de lucht zijwaarts naar buiten, omdat de tropopauze wordt beschouwd als een barrière laag (inversie). Alleen onder zeer specifieke omstandigheden kan de opstijgende lucht hier doorheen breken.

Doordat er nu minder lucht op de grond aanwezig is, daalt de luchtdruk. In het gebied met lage luchtdruk stroomt de lucht in de lagere atmosferische lagen vanaf de zijkanten naar binnen. Dit vult het lagedrukgebied. Deze nastroom is vervolgens merkbaar door de wind.

Weer bij de passage van een lagedrukgebied

Op onze breedtegraden domineren westenwinden, dus de lagedrukgebieden verplaatsen zich van west naar oost. De oostkant van een depressie wordt ook wel de voorkant genoemd, terwijl de westflank de achterkant wordt genoemd. Op het noordelijk halfrond verplaatst een lagedrukgebied warme lucht naar het noorden en koude lucht naar het zuiden.

De smalle gebieden tussen koude en warme lucht binnen een depressie worden troggen of fronten genoemd, meer precies koufront, warmtefront en occlusie.

De volgorde van de wolken is typisch bij het passeren van een storing:

  • Aan de voorzijde van het lagedrukgebied wordt er warme lucht aangevoerd voor de koude lucht uit. De warme lucht wordt opgetild en er ontstaat een warmtefront. In de hogere luchtlagen trekken er eerst cirruswolken of sluierwolken over. Ze zijn een eerste teken van de zijdelingse uitstroom van warmere luchtmassa's in de hogere luchtlagen. Dit wordt gevolgd door dikker wolken zoals Altostratus en Nimbostratus, waaruit het meestal langer regent.
  • Nadat de dikke bewolking zijn uitgeregend, lossen ze weer op. In de zogenaamde warme sector tussen het warmte- en koufront komt de zon van tijd tot tijd tevoorschijn. De temperatuur stijgt meestal naarmate de luchtdruk afneemt. Omdat de lucht echter nog vochtig genoeg is, ontstaan ​​de eerste buien.
  • Koude poollucht ontmoet vervolgens de warme lucht tegen de klok in en tilt de warme lucht op. Hierdoor wordt de warme sector smaller. Daarna trekt het koufront over. Er ontstaan ​​krachtige stapelwolken (cumulus, cumulonimbus) die vaak buien en onweer met zich meebrengen.
  • Er ontstaat een occlusie waarbij het koufront het warmtefront heeft ingehaald en dus beide fronten hebben zich verenigd. Tegelijkertijd wordt de zwaarste regenval verwacht.
  • Achter het koufront volgt de koude sector, waar de lucht opklaart met tijdens de aanvoer van koudere lucht. Omdat de zee in hogere luchtlagen warmer is dan de lucht, ontstaan er weer stapelwolken. Ze groeien uit tot lokale buien. Dit kenmerkt zich op satellietbeelden vaak als een grote wolkenstraat met buien.

Wanneer lost een laag op?

Een laag desintegreert wanneer de koude sector achter de occlusie is doorgedrongen tot in de kern van het laag. Doordat koudere lucht zwaarder is en naar beneden zakt, vult het laag zich. Dit duurt meestal 4 tot 5 dagen nadat het lagedrukgebied is gevormd.

Het komt ook voor dat de lucht in de warme sector zakt ten opzichte van de omringende lucht, dan wordt de neerslag afgezwakt. Dit is vooral het geval wanneer de straalstroom zwak is en de temperatuurverschillen tussen de twee luchtmassa's niet bijzonder groot zijn. Het lagedrukgebied heeft geen echte drive en loopt in de kern snel vol.

Op satellietbeelden lijkt een depressie soms op een komma. De wolken worden naar het noorden getrokken in een kommavorm tussen het warmtefront- en het koufront. Er bevinden zich grote opklaringen in de wolken achter het koufront.

Circulatie bij een lagedrukgebied

Op het noordelijk halfrond draaien lagedrukgebieden tegen de klok in, hogedrukgebieden met de klok mee. Op het zuidelijk halfrond is het andersom.

Namen van een lagedrukgebied

Sommige landen zoals Duitsland geven ieder hogedrukgebied of lagedrukgebied een naam. In de Benelux gebeurt dit doorgaans niet, mits een lagedrukgebied ernstige gevolgen kan hebben voor de samenleving. Sinds 2019 werkt het KNMI ook samen met de Britse Met Office en de Ierse Met Éireann in de naamgeving van stormen. In 2020 heeft vervolgens de storm Ciara voor aanzienlijke schade gezorgd.

Anita van Voorst
Meer over het onderwerp
zondag 4 mei 2025

Volg ons!

Weer en Radar ook actief op Bluesky
zondag 9 maart 2025

Binnenshuis tuinieren

Begin nu met je vensterbankkwekerij!
dinsdag 25 februari 2025

Voorzichtig op de wegen

Paddentrek is weer begonnen
Alle weernieuwsberichten
Ook interessant
donderdag 8 mei 2025

Wind remt warmtegevoel

Gevoelstemperaturen beduidend lager
woensdag 7 mei 2025

20 graden in het weekend

Later deze week weer warmer
vrijdag 2 mei 2025

Onweer op komst?

Mogelijk spannende zaterdag
Alle berichten
Weer & Radar

www.weerenradar.be

facebooktwittertikTokContact
Privacy Policy | Colofon